Magnus of Magnus Forteman is de legendarische Friese vaandeldrager uit de 9e eeuw, onder wiens aanvoering de Friezen in het jaar 799 de stad Rome voor Karel de Grote veroverd zouden hebben. Hij speelt een belangrijke rol in de 13e-eeuwse Magnuskeuren, in Karelsprivilege uit het begin het van de 14e eeuw en in andere mythische geschriften uit het einde van de middeleeuwen.
Aanleiding voor de verovering van Rome zou een opstand van de adel zijn geweest. De sagen verhalen dat men bij die gelegenheid Paus Leo III de ogen had uitgestoken en hem de stad had uitgezet. Deze paus zou een broer van Karel de Grote zijn geweest. De Magnussage verhaalt hoe de Romeinse edelen tijdens het beleg een uitval deden, maar door de Friezen werden teruggeslagen. De Friezen bleven doorvechten en veroverden zelfs de hele stad Rome. Nadat de Friezen de stad veroverd hadden, zouden ze de poorten dicht hebben gedaan en de stad bezet houden. Karel de Grote stond met zijn leger buiten de poorten en stond nu tegenover de vastberaden Friezen. "De Friezen zonden hem toen ijlboden en verkondigden Karel, de goede koning, dat zij de stad te nimmer zouden overgeven aleer hij hen van de banden bevrijdde en daarenboven moest hij hun zoveel vrijheid geven als zij zelf wilden hebben opdat zij vrij van schande konden trekken naar hun landen". Karel de Grote wilde de bezetters overladen met goud en zilver maar de Friezen eisten dat hij hen hun vrijheid terug zou geven. Karel de Grote beloonde de Friezen daarop met een uit zeven artikelen bestaand privilege (de Magnuskeuren), dat de basis legde voor de Friese Vrijheid. Ook gaf hij de Friezen hun Zeventien Keuren en Vierentwintig Landrechten. Paus Leo III stichtte, na zijn bevrijding, dicht bij het Vaticaan de Friezenkerk, gewijd aan de aartsengel Michael. Dit als eeuwige herinnering aan de heldendaden van de Friezen. De huidige Friezenkerk dateert uit de 12e eeuw.