Fryslân
Thema

In de late middeleeuwen (ongeveer 1250-1500) en de vroegmoderne tijd (1500-1800) veranderde Friesland langzaam van een streek met dorpen naar een gebied waar ook steden en burgers steeds belangrijker werden.

Ontstaan van steden
Rond het jaar 1000 begon de bevolking te groeien en werden in Friesland meer dorpen en parochies gesticht. Dorpen lagen vaak op hogere plekken, zoals op terpen, of langs rivieren en kanalen. Door handel, ambacht en visserij groeiden sommige dorpen uit tot steden. In de 13e en 14e eeuw kregen verschillende plaatsen officieel stadsrechten, zoals Leeuwarden, Harlingen, Franeker, Sneek, Dokkum en Bolsward. Deze rechten zorgden ervoor dat een stad een eigen bestuur, markt, muren of grachten en bijzondere rechten kreeg.

Opkomst van burgers
Met de groei van de steden ontstond er een nieuwe groep mensen: de burgers. Dat waren vrije mannen (en later ook soms vrouwen) die in de stad woonden en hun geld verdienden met handel, ambacht of als bestuurder. Zij kregen het recht om mee te beslissen over de stad. In tegenstelling tot het platteland, waar boeren leefden en edelen de baas waren, hadden burgers in de stad veel invloed. Ze richtten gilden op om samen hun belangen te verdedigen en maakten afspraken over prijzen en kwaliteit.

Handel en economie
De Friese steden ontstonden op gunstige plekken, bijvoorbeeld aan vaarwegen zoals de Middelzee bij Leeuwarden, of aan de Zuiderzee en Waddenzee bij Harlingen en Dokkum. Er werd handel gedreven met steden in Nederland, Duitsland, Scandinavië en zelfs Engeland. Stedelingen handelden in graan, boter, wol, vis en zout. Door verbeteringen in het waterbeheer, zoals de aanleg van grachten en sluizen, kon de handel verder groeien en konden de steden rijker worden.

Bestuur en strijd om macht
In Friesland waren vroeger vooral de hoofdelingen (rijke families op het platteland) en kloosters machtig. Steden kregen echter steeds meer invloed, vooral in de late middeleeuwen. Soms was er strijd tussen de steden en het platteland. Eind 15e eeuw kwam daar verandering in toen buitenlandse machthebbers, zoals Albrecht van Saksen en later Karel V (de keizer), het bestuur naar zich toetrokken en het centrale gezag werd versterkt. Leeuwarden werd toen de hoofdstad, met het bestuur van heel Friesland in de stad.

Veranderingen in de samenleving
Door de groei van steden en de opkomst van burgers werd het leven in Friesland anders. Steden hadden eigen regels en rechtbanken, en er was meer ruimte voor handel en nieuwe beroepen. Er kwamen markten, jaarmarkten en gebouwen voor bestuur, zoals stadhuizen. Ook het uiterlijk van de stad veranderde: er werden grachten, muren, kerken en grote huizen gebouwd.

Toon 63 bronnen

Beschikbare tools

Overzicht van alle transcripties

Overzicht van bron(nen) op de kaart