Willem Frederik (1613-1664) is stadhouder van Friesland. Op 24 oktober 1664 maakt hij zijn pistool schoon. Het geladen wapen gaat onverwacht af, de kogel treft hem in zijn kaak en doorboort zijn tong en verhemelte. Hij kan door zijn verwondingen niet meer spreken en eten. Zijn woorden kan hij alleen nog kwijt op papier. Op één van de velletjes papier zit geronnen bloed afkomstig uit de wond van Willem Frederik. Op dit blaadje staan een drietal aantekeningen. "Dat Veugling bij mijn wijf en kinder blijft”. Veuglin was Vegilin van Claerbergen, zijn secretaris in wie hij veel vertrouwen had. En verder staat er: “Wijst mij eens waer het gaet ist en waer de speut moet eindigen.” En“Wat raet, hulp oft troost siet ghij in dit werck.”
Al deze mededelingen wijzen erop dat hij voor het einde vreest. Acht dagen na het ongeluk, op 31 oktober 1664, overlijdt Willem Frederik. Hij wordt in de familiegrafkelder in de Grote Kerk te Leeuwarden bijgezet. Van het ongeluk is in 1698 door tekenaar Jan Luyken een tekening gemaakt.
Vegelin van Claerbergen bewaart het papier in zijn familiearchief. Dit briefje bevat dus letterlijk het DNA van een van de rechtstreekse voorouders van koning Willem-Alexander. Ook het lijkschouwingsrapport van de arts is bewaard gebleven.
