Gezicht vanaf de Brol op de Grote Hoogstraat. In het midden staat de Nieuwe Toren op de hoek van de Klokstraat. De toren werd tegen de voormalige kapel van het Sint Jacobsgasthuis aangebouwd, dat toen als pakhuis werd gebruikt. Hoewel de toren eigenlijk Sint Jacobstoren heette, werd de naam in de volksmond al snel de Nieuwe Toren.
Een hoge toren
Hoewel de Oldehove mislukt was, gaf Leeuwarden niet op. De stad werd steeds rijker door handel en ambacht en wilde dit nog steeds bekronen met een mooie, hoge toren. In steden als Groningen (Martini Toren) en Utrecht (Dom Toren) hadden ze dat ook gedaan en Leeuwarden wilde niet achterblijven. In 1538 werd besloten om het opnieuw te proberen. Deze keer werd het een echte stadstoren. Hij heeft nooit een religieuze functie gehad, maar was bedoeld als prestigieuze klokkentoren van de stad Leeuwarden.
In het centrum
De Nieuwe Toren werd in de Grote Hoogstraat gebouwd, omdat hier in die tijd het stadhuis stond. En het stadsbestuur was de opdrachtgever van de bouw. Bovendien stond de Nieuwe Toren hier mooi centraal in het stadssilhouet. Vanuit welke richting je Leeuwarden ook naderde, de Nieuwe Toren stond altijd in het midden van de stad.
Mislukking voorkomen
De Oldehove zakte scheef vanwege de kleigrond. Deze was niet geschikt voor hoge gebouwen. Daarom was het verstandig dat de Nieuwe Toren geen 120 meter zou worden. Maar hoe hoog dan wel? Uiteindelijk werd hij 43 meter. In ieder geval ietsje meer dan de mislukte Oldehove! In die tijd was dit trouwens behoorlijk hoog, want de Nieuwe Toren stak ver boven de andere gebouwen uit. Helaas verzakte ook de Nieuwe Toren. Niet tijdens de bouw, maar na verloop van tijd. De Franse titel van de prent La tour penchée, betekent De scheve toren. In de 19e eeuw verkeerde de toren in slechte staat en dat verergerde tijdens een zware storm in 1883. Daarom is een jaar later besloten de toren te slopen.
Carillon
In de toren bevond zich een carillon dat, na afbraak, is overgeplaatst naar de koepel van het stadhuis. In het centrum van Leeuwarden kun je dit carillon nog steeds horen spelen.