De Attische nachten (Noctes Atticae) is het oudste handschrift uit de collectie van Tresoar. Het is waarschijnlijk geschreven omstreeks 836 na Chr. in het klooster te Fulda, nabij het huidige Duitse Frankfurt. Het werk is van de Latijnse auteur Aulus Gellius en bevat allerlei wetenswaardigheden uit de verschillende takken van wetenschap uit de klassieke oudheid. Het boek is geschreven op perkament van soms zeer slechte kwaliteit. Het vierkante formaat komt vaker voor in de vroege Karolingische periode. Met Karolingisch duidt men een periode aan die tijdens de regering van Karel de Grote (747-814) is ingezet en grofweg duurt van de 8ste tot en met de 10de eeuw na Chr. Later worden rechthoekige boeken de standaard. In dit handschrift is duidelijk te zien dat verschillende kopiisten of afschrijvers het hebben geschreven. Het eerste gedeelte is in de zogeheten voor-karolingische letter geschreven door Ierse of Engelse monniken, het tweede in de nieuwe karolingische letter door monniken afkomstig van het Europese vaste land.
Sinds mei 2023 kan Attissche nachten digitaal worden doorgebladerd op de site Ecodises.