Eerste jaren
Toen de Tweede Wereldoorlog begon, vielen de Duitse soldaten op 10 mei 1940 Nederland binnen. Friesland werd snel bezet, net als de rest van het land. In het begin waren er weinig gevechten in Friesland, behalve bij de Afsluitdijk, waar Nederlandse soldaten zich fel verzetten tijdens de slag om Kornwerderzand. Daarna was Friesland bezet gebied.
In de eerste jaren van de oorlog bleef het relatief rustig in Friesland. Het dagelijks leven veranderde langzaam: er kwamen regels van de Duitse overheid, voedsel werd schaarser en steeds meer producten gingen “op de bon”. Toch bleven mensen proberen hun gewone leven te leiden.
Boven Friesland vonden veel gevechten in de lucht plaats. In Leeuwarden had de Duitse bezetter het vliegveld overgenomen en vandaaruit werden geallieerde bommenwerpers onder vuur genomen. De provincie lag namelijk op de route van Engeland naar Duitsland, waar steden en industriegebieden werden gebombardeerd. In vijf jaar tijd stortten ongeveer 400 geallieerde vliegtuigen neer in Friesland of het IJsselmeer.
Bezetting verhard
Vanaf 1942 werden de maatregelen van de Duitse overheid strenger. Vooral Joodse bewoners werden opgepakt en weggevoerd naar vernietingskampen in Oost-Europa. Ook moesten veel mannen gaan werken in Duitsland, maar velen doken onder op het platteland of bij boerenfamilies. Het Friese landschap, met zijn uitgestrekte weilanden, afgelegen boerderijen en kleine dorpjes, was geschikt om onderduikers te verbergen.
Het verzet groeide vanaf het voorjaar van 1943. Voor de joodse Friezen was dit te laat, want het overgrote deel was toen al vermoord in Auschwitz, Sobibor en andere kampen. In mei 1943 brak een grote staking uit, omdat de bezetter eiste dat Nederlandse oud-militairen zich moesten melden om in Duitsland te werken. In Friesland deden veel bedrijven mee, maar de Nazi's reageerden keihard met wrede vergeldingsacties. Hierdoor kozen steeds meer mensen ervoor in verzet te komen. Verzetsgroepen, zoals de Landelijke Knokploegen en de LO (Landelijke Organisatie voor Hulp aan Onderduikers) werden actief in het stelen van bonkaarten, het vervalsen van persoonsbewijzen, het helpen van onderduikers en het plegen van sabotage.
De oorlog eindigt
De bevrijding van Friesland begon in april 1945. Canadese soldaten trokken op naar het noorden en Dokkum was de eerste Friese stad die op 14 april werd bevrijd. Een dag later volgde Leeuwarden. Makkum was het laatste Friese dorp op het vaste land dat werd bevrijd op 18 april 1945. De Waddeneilanden bleven daarna nog een paar weken bezet. De Canadezen werden bij hun militaire campagne ondersteund door de Nederlandse Binenlandse Strijdkrachten onder leiding van Prins Bernhard.