Fryslân
Thema

In Friesland zijn er sporen van het slavernijverleden te vinden, maar die zijn soms lastig te herkennen. Friesland was geen grote speler in de slavenhandel, maar Friezen waren wel betrokken bij slavernij in de Nederlandse koloniën. Hun rol kwam vooral tot uiting als kapiteins, zeevaarders, bestuursleden, plantage-eigenaren of handelaren die rijk werden van koloniale handel.

Gebouwen en plekken
Sommige panden in steden als Leeuwarden, Harlingen en Dokkum zijn gebouwd of gekocht met geld dat verdiend werd aan slavernij. Historica Barbara Henkes beschrijft routes door deze steden langs gebouwen die verbonden zijn met de slavernij. Bijvoorbeeld aan de Nieuwestad in Leeuwarden staat een huis dat ooit van een familie was die geld verdiende met plantages in Suriname. Ook kregen weeshuizen en kerken soms schenkingen van mensen die rijk waren geworden door slavenarbeid, zoals het Harlinger Doopsgezind Weeshuis.

Bekende Friezen en bedrijven
Sommige bekende Friese families en bedrijven hebben hun rijkdom deels te danken aan de slavernij. Zo is de Jouster koffiebrander Douwe Egberts onlosmakelijk verbonden met het koloniale verleden, omdat de koffiebonen en andere waar vaak afkomstig waren van plantages waar slaven werkten. Verder waren er ook Friezen die als plantage-eigenaar of besturende functies werkten in Suriname of het Caribisch gebied.

Aangekomen tot slaaf gemaakte mensen
Hoewel slavernij in Nederland zelf al sinds de Middeleeuwen verboden was, kwamen er soms toch tot slaaf gemaakte mensen als bedienden mee naar Friesland. Zij wisten vaak niet dat ze in Nederland eigenlijk vrij waren, omdat dit hun niet verteld werd en ze in een heel vreemde omgeving terechtkwamen.

Tegenstanders van slavernij
Niet alle Friezen waren voorstanders van slavernij. In Friesland verschenen krantenartikelen tegen slavernij, en predikanten en bestuurders uit de provincie spraken zich soms uit tegen deze misstanden, zoals dominee H.C. Voorhoeve uit Harlingen die actief tegen de slavernij streed.

Slavernij na 1863
Toen slavernij in 1863 werd afgeschaft, kregen de Friese plantage-eigenaren een vergoeding van de overheid voor het “verlies” van hun slaven. De bevrijde mensen zelf kregen geen compensatie.

Routes en herinneringen
Er zijn tegenwoordig wandel- en fietsroutes langs plekken met een directe link naar het slavernijverleden, zoals gebouwen van rijke families, weeshuizen en voormalige handelshuizen.

Toon 11 bronnen

Tijdvakken

Beschikbare tools

Overzicht van bron(nen) op de kaart