Fryslân
Bron

De Gysbert Japicxprijs. Waarom is die prijs vernoemd naar een zeventiende-eeuwse Friese Renaissancedichter?  
 
Over de jonge jaren van Gysbert Japicx (1603-1666), geboren en overleden in Bolsward, is weinig bekend, wel over zijn vader Jacob Gysberts. Die is bekend om zijn ontwerp van het stadhuis dat tussen 1614 en 1616 werd gebouwd. Hij was niet alleen de ontwerper, maar ook de uitvoerder van het houtsnijwerk in de raadszaal. Bovendien werd hij in 1640 voor twee jaar burgemeester van Bolsward. Met zijn vrouw kreeg hij vijf kinderen, waarvan Gysbert waarschijnlijk de oudste was.  
 
De jonge Gysbert ging na de lagere school naar de Latijnse school en leerde daar voor schoolmeester. In 1625 werd hij benoemd als meester in Witmarsum, waar hij tien jaar bleef. Daarna werkte hij waarschijnlijk kort in Bitgum en van 1637 tot zijn dood was hij stadsschoolmeester in Bolsward. Hij was getrouwd met de Leeuwarder notarisdochter Sijke Salves Rolwagen. Ze kregen minstens vijf kinderen die aan de pest stierven. In 1666 werd de familie nogmaals getroffen door de pest. Gysbert, zijn vrouw en oudste zoon overleden. Gysbert werd met zijn vrouw begraven in de Martinikerk in Bolsward.
 
Gysbert Japicx had al jong plezier in literatuur. Zijn eerste Friese werk is gedateerd op 1639, maar het is aannemelijk dat hij voor die tijd al in het Nederlands en mogelijk ook in het Latijn heeft gedicht. In de tijd dat Gysbert leefde was meertaligheid gewoon: naast Fries, Nederlands en Stadsfries werd Latijn gebruikt (op de universiteiten) en Frans (op het stadhouderlijk hof).  
 
De in Parijs geboren Claude Fonteyne was de belangrijkste uitgever in Friesland van zijn tijd. Hij gaf in 1640 de Friessche Tjerne van Gysbert uit. Simon Abbes Gabbema was geschiedschrijver van Friesland en had nauw contact met Gysbert. Ze wisselden werk uit en Gysbert werd geïnspireerd door Gabbema. Door deze contacten kwam Gysbert bij geleerde gelegenheidsdichters, die in verschillende talen werkten. Hij vertaalde gedichten in het Fries en werd gestimuleerd om meer gelegenheidsgedichten te schrijven. De literatuur bestond vooral uit gelegenheidsliteratuur: verhalen en gedichten die werden geschreven naar aanleiding van grote gebeurtenissen, zoals de geboorte en de dood van iemand. Gysbert dichtte over de geboorte van de kinderen van Willem Frederik van Nassau.
 
Gysbert verstond de kunst om op een bestaand motief of gedicht een meeslepende variant te maken. Het overgrote deel van het werk bestaat uit vertalingen (van prozateksten), berijmingen (van psalmen) en bewerkingen, teksten van bijvoorbeeld Vondel en Huygens. In zijn dichterschap werd het Fries tot een verheven en geleerde taal. Dat viel op bij mensen in buiten- en binnenland. Franciscus Junius, taalgeleerde van Duitse afkomst, kwam in 1646 naar Bolsward om van Gysbert Fries te leren. Voor de uitbouw van het Fries als literaire taal kan Gysbert zijn verdienste niet genoeg gewaardeerd worden. De taal werd een volledig instrument voor uiting op het hoogste artistieke niveau. Als literair kunstenaar kan Gysbert Japicx staan naast Nederlandse tijdgenoten als Camphuysen en Revius; als pionier en taalschepper is zijn betekenis even groot voor de Friese literatuur als die van Hooft, Huygens, Vondel en Bredero voor de Nederlandse.  
 
Gysbert maakt deel uit van de Middelfriese literatuur (1550-1800). In die periode werd niet veel in het Fries geschreven, het bleef bij toneelstukken en almanakstukjes. Langzamerhand zou in die periode het Fries meer een schrijftaal worden, eerst vooral als vermaak. In zijn tijd stond Gysbert in de Friestalige literatuur zowel kwalitatief als kwantitatief op eenzame hoogte.  
 

Bekijk dit filmpje over Gysbert Japicx van de Fryske Kanon>>>

Herkomst

Organisatie

Tresoar


Alle bronnen